Mok, Daniël, Rudolf Otto. Het kwetsbare leven. Abraxas, Amsterdam, € 12,50
Er zijn
van die boeken die ik altijd al had willen lezen en waar ik nooit aan toe ben
gekomen. Een daarvan is Das Heilige
van Rudolf Otto. Nu kreeg ik een boekje in handen waarin Otto’s leven en werk
worden beschreven en dat heb ik dan maar als compensatie gelezen. Niet als
vervanging, want dit boekje wekt juist weer mijn interesse voor dat boek. De
kans is groot dat u nooit van Otto hebt gehoord. Toch heeft het grote invloed
gehad op de theologie in de vorige eeuw en nu is de belangstelling voor zijn
denken alleen maar toegenomen. Zijn boek verscheen in 1917 en in 1918 verscheen
Der Römerbrief van Karl Barth. Die
boeken waren elkaars tegenpolen. Karl Barth beschreef de goddelijke openbaring
als komend “senkrecht von oben”, loodrecht van bovenaf dus. Die openbaring
werkte vooral in op het verstand, de ratio. Geloven was dan ook een
verstandelijke aangelegenheid. Van gevoelsmatigheid was eigenlijk vrijwel geen
sprake. Het was dialectisch, een kwestie tussen twee personen, God en de
individuele mens.
Otto ging
van een andere beleving uit. Voor hem was een ontmoeting met het heilige – om
zijn titel nu maar te gebruiken – huiveringwekkend. Het heilige is voor hem het
wezenlijke van welke religie dan ook. De ervaring ervan was vreeswekkend en
fascinerend tegelijk. Het heilige is niet te omschrijven, het straalt kracht
uit die je kunt ervaren. ‘Numen’ is het woord daarvoor. Die ervaring noemt hij
numineus, een door hem bedachte term. Als je van ‘omen’ ‘omineus’ kunt
afleiden, kun je bij ‘numen’ ‘numineus’ plaatsen, aldus Otto. Het eerste woord
betekent ‘voorteken’, het tweede ‘godheid’. Dit numineuze is een mysterie, een
mysterium tremendum, zoals hij dit noemt. Het sacrale is bij hem ook angstaanjagend.
Religie is bij Otto dus een gevoelsmatige aangelegenheid, een mens ervaart het
transcendente, wat van buiten onze waarneembare werkelijkheid tot ons komt. De
beleving ervan staat centraal. Hij werkte volgens de fenomenologische methode,
verschijnselen worden zonder (voor)oordeel beschreven, zij moeten zelf tot hun
recht komen.
Otto,
geboren in 1869 als zoon in het diep-religieuze Luthers orthodoxe gezin van een
maltfabrikant, gaat theologie studeren. Hij wil graag predikant worden. Hij
reist veel, Azië, Egypte en omringende landen, en maakt daar kennis met andere
wereldgodsdiensten. Hij gaat zich intens interesseren voor die godsdiensten en
uit die belangstelling komt Das Heilige
voort. Daarna schrijft hij veel boeken over die godsdiensten, maar aan dit
eerste boek ontleent hij zijn reputatie. Opvallend is dat zijn belangstelling
geen goedkope flirt met deze godsdiensten inhield. Hij erkende de waarde ervan,
maar bleef zelf zijn christelijke geloof belijden, al had hij zich
langzamerhand van het orthodoxe confessionalisme verwijderd. Hij werd
hoogleraar, maar zijn zwakke gezondheid bemoeilijkte zijn werk.
Otto werd
in de wetenschappelijke wereld zeer gewaardeerd. Er is een brief opgenomen van
de grondlegger van de fenomenologie, waarin deze zijn bewondering voor Otto
uitspreekt. Er zijn meer van de uitstapjes. Een klein hoofdstuk licht de
fenomenologische methode toe. Ook een In Memoriam door de bekende Groningse
hoogleraar Van der Leeuw is opgenomen. Daaruit blijkt ook weer de waardering
voor zijn persoon en werk. Ook Miskotte waardeerde hem zeer.
Het is
weliswaar een dun boekje, ruim honderd bladzijden, maar heel informatief. De
eerste hoofdstukken zijn voornamelijk biografisch, maar gaandeweg krijgen we
steeds meer informatie over de inhoudelijke kant van zijn werk.
Otto is
met zijn Das Heilige een weg
ingeslagen, die toen verrassend was en die nu nog niets van zijn waarde
verloren heeft.
Wim
Kleisen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten