Janus Meerbosch, De grote
verleiding
Het is lang geleden. Ik
was een kleine jongen, zoon in een zeer orthodox predikantengezin. Een grote
jongen kwam naar me toe en zei: “Hoe kan Kaïn nou kinderen hebben gekregen? Er
was niet eens een vrouw!” Daar had ik me nog nooit het hoofd over gebroken, wat
wist ik van sexualiteit? Zo primitief werd de waarheid van de Bijbel bestreden.
Janus Meerbosch moet wel
haast ook in een heel orthodox gezin zijn opgegroeid. Hij heeft zich in ieder
geval niet aan die primitiviteit ontworsteld. Hij bestrijdt de Bijbel, die hij
mét het christendom als “een grote misleiding” beschouwt, met deze primitieve
middelen. De leeftijden van Abraham en Sara bij de verwekking van Izaäk zijn
bijvoorbeeld een mikpunt, net als het feit dat Jacob Ezau “belazerde’, maar wel
door God gesteund wordt. Overigens leest Meerbosch de Bijbel niet altijd even
goed, want hij laat de engelen de Jacobsladder afdalen en opstijgen in plaats
van andersom. Hij is heel subjectief, want Goliath was volgens hem een verzetsstrijder
en God “vermoordde” Nabal. Dat de Psalmen van David voor een deel niet van
David zijn, evenals de Spreuken van Salomo, de verschillen in gebeurtenissen,
zoals die in de boeken Koningen en Kronieken worden verteld, dat alles vindt
hij heel bijzonder en hij gebruikt die feiten als aangrijpingspunt voor zijn
betoog. Jammer dat hij zich niet eens heeft verdiept in de Talmoedische
exegese. Hij blijft steken bij de opvatting als zou de Bijbel historische
gebeurtenissen willen beschrijven.
Zo ook het Nieuwe Testament.
De wonderen van Jezus kunnen niet echt gebeurd zijn. Dat wij die gebeurtenissen
als tekenen in een verhaal opvatten, beseft hij niet, voor hem moet het echt
gebeurd zijn. Hij kent de Joodse dagtelling niet, want hij vindt dat Jezus maar
twee nachten en een dag in het graf heeft vertoefd. Jezus stelde volgens hem de
voetwassing in. Wat bidden is, anders dan om een gunst vragen, ontgaat hem ten
enenmale. Hij zou eens kunnen gaan onderzoeken wat exegese eigenlijk is. Dat is
namelijk de methode om ‘heilige’ boeken te begrijpen. De eerste fase is het
letterlijk lezen, het eigenlijke verhaal. Daar is Meerbosch in blijven steken.
Dan volgt de allegorische lezing, het verhaal als representant van andere
verhalen, daarna de ethische, de morele boodschap van het verhaal. De vierde
trap is dan de anagogische (= diepzinnige, geheimzinnige) mystieke lezing, het
verhaal als instrument van opgang tot God. In zo’n lezing gaat de Bijbel leven,
zo waardeer je dan bijvoorbeeld het evangelie naar Johannes. Je kunt ook een
Bijbels verhaal in zijn historische context lezen, vervolgens denken over de
vraag wat we er in onze tijd mee kunnen, waarna dan toch weer de derde en de
vierde trap kunnen volgen. Die historische context houdt dan ook in dat mensen
zich God niet anders konden voorstellen dan in menselijke beelden en met
menselijke eigenschappen, maar dat we daar geen enkele blijvende waarde aan
kunnen hechten.
Meerbosch heeft een
relatief dik boek geschreven waar we niets aan hebben. Jammer van de moeite!
Wim Kleisen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten