Oriana Fallaci, De
woede en de trots
Onmiddellijk na 9 september
2001 schreef Oriana Fallaci, inmiddels overleden en toe al ongeneselijk ziek, La rabbia e lórgoglio. Ons woord
‘rabiaat’ is natuurlijk verwant met dat ‘rabbia’, maar bij ons heeft het een wat
negatieve bijklank gekregen. Fallaci was diep geschokt door de aanslagen.
Inmiddels hebben de terroristische aanslagen in Madrid op 11 maart 2004 en die
op 7 en 21 juli 2005 in
Londen ook al gepleegd. Wij weten dus dat de aanslagen in New York niet een incident
waren, maar een aanval die paste bij een terroristisch beleid. Dit vermoedde
Fallaci al, vandaar haar woede, vandaar dit pamflet. Het is één lange
uitbarsting in een woedende woordenstroom, maar niet ondoordacht. Fallaci heeft
genoeg gepubliceerd om te weten hoe ze moest schrijven.
De grondgedachte is als volgt.
Europa en Amerika hebben gastvrijheid verleend aan immigranten uit de
islamitische landen. Die hebben zich niet in de samenleving willen inschikken,
maar hebben zich zelfs vijandig tegen onze democratische wereld opgesteld. We
zien in de Duitse toespraak van Erdogan dat dit ook een uitgestippeld beleid
is. Turken en ook Marokkanen blijven staatsburger van hun land van oorsprong en
dienen zich ook hiervan doordrongen te zijn. Hun gebruiken, hun taal, mogen zij
niet opgeven. Zo ontstaan Oosterse enclaves in de westerse samenleving. Dat
schrijft Fallaci natuurlijk niet, want die maakt dit niet meer mee. Maar haar
gedachtegang verloopt wel volgens dit patroon. De voorbeelden die zij geeft,
ook uit haar vaderland Italië, zijn overvloedig en overtuigend. De trots uit de
titel is de trots op onze westerse cultuur, op de verworven tradities, de
beschaving, die zij mist in multicultureel denkende mensen.
Wie in islamitische landen
komt, moet zich aanpassen aan de daar geldende voorschriften. Ik zie Kok nog
met dat gekke hoofddeksel op zitten. Vrouwen moeten daar een hoofddoek en
liefst een boerka dragen. Verplichten wij hier vrouwen om westerse kleding te
dragen? Wat is het verschil? Fallaci spreekt hier uit eigen ervaring uit reizen
naar islamitische landen.
Zij verwijt de politici,
Krekels noemt zij hen, dat zij dit alles hebben toegelaten. Zij zijn de
immigranten voorkomend tegemoetgekomen, ook toen bleek dat zij deze
voorkomendheid niet honoreerden door zich als goede gasten en later als goede
nieuwe staatsburgers te gedragen. Zij hekelt furieus en indrukwekkend dit
politiek correcte beleid. Het is er de oorzaak van, zo poneert zij, dat mensen
de vrijheid namen en kregen zich afwijzend tegenover onze samenleving op te
stellen. Zij menen invloed uit te kunnen oefenen door dreigementen en willen zo
censuur opleggen, politiek beleid te frustreren, zoals wij dit mee maken. Ga
eens na welke affaires zich op dit gebied in Nederland hebben afgespeeld. Het
laatste affront is het feit dat Wim van Krimpen een fotografe weigert haar werk
op te stellen in zijn tentoonstelling in het Haagse Gemeentemuseum, terwijl hij
eerst wel haar kunstenaarschap heeft erkend. Ik denk aan onze coördinator
Joustra, die er zo van overtuigd is dat wij in het islamitische bevolkingsdeel
een bom ervaren, die elk moment kan ontploffen. Het aantal terroristen is
gering, maar kan door bepaalde gebeurtenissen enorm expanderen. Dat moet zijn
overtuiging zijn die ten grondslag ligt aan het advies aan Wilders om na het
presenteren van zijn film maar naar het buitenland te vertrekken, omdat hij
diens veiligheid niet kan garanderen. Een cynisch advies, want wie naar het
buitenland vertrekt, verliest juist de bescherming door de krenterige Nederlandse
regering. Wilders zou dus juist in het buitenland vogelvrij zijn. wat wil
Joustra eigenlijk?
Dit wil niet zeggen dat ik met
Wilders sympathiseer. Uitlatingen als “de Koran in de prullenmand mieteren”
zijn grof en onnodig kwetsend. Zo moet het niet. Maar een strak en duidelijk
beleid is toch echt nodig. Zo gaan mijn gedachten hun eigen weg volgend tijdens
en na het lezen van dit pamflet, dat je echt moet lezen. Ik had de neiging hier
en daar wat te citeren, maar als ik dat zou doen, zou het eind zoek zijn.
Sinds IS zich manifesteert, is dit boek weer heel actueel.Dus:
zelf lezen!
Toegift
Benno Barnard en Geert van
Istendaal
De islam verkondigt een
volstrekt andere visie op de religieuze en politieke werkelijkheid dan het
jodendom en christendom, de godsdiensten waarop de Profeet zich gebaseerd heeft
en die hij in zijn Koran te vuur en te zwaard bestrijdt. Het fundamenteelste
verschil bestaat in de theologische kern: de god van Abraham en Christus is onderworpen aan de gerechtigheid.
“Kruistochten! Inquisitie!”
krijst iemand ter linkerzijde.
Het feit dat zijn schepselen
God misbruikt hebben voor dergelijke zaken valt zeer te betreuren. Maar de
westerse dialectische traditie heeft gemaakt dat iedere moderne christen of
Jood van enig intellectueel niveau zich doodschaamt voor het bloed dat aan zijn
erfenis kleeft.
Allah daarentegen is boven
alles verheven, inclusief de gerechtigheid. En waar de god van Abraham en
Christus de mens de vrije wil heeft geschonken, grijpt Allah permanent in.
“Insjallah!” is geen holle kreet, maar de uitdrukking van een elementaire
overtuiging: letterlijk alles gebeurt omdat Allah het wil. Daarmee voert de
islam ons via Mekka naar een interpretatie van de wereld terug die van lang voor het schrift
dateert.
Opinio, 8 februari, p.4
Geen opmerkingen:
Een reactie posten