dinsdag 9 april 2013



Bernard Wasserstein, Aan de vooravond.  Nieuw Amsterdam, € 44,95
De titel dient te worden aangevuld met “… van de Tweede Wereldoorlog  het gaat over de situatie van de Joden in Europa in de jaren dertig, vandaar die ‘vooravond’. Nu kunt u zich afvragen: “Zijn er al niet genoeg boeken over dit onderwerp geschreven?” Ik noem zo maar wat auteurs en titels:
J. Presser, Ondergang, nog steeds een standaardwerk;
Abel Herzberg,Kroniek der Jodenvervolging; 1940-1945;
Saul Friedländer, Nazi-Duitsland en de Joden, twee lijvige delen;
Raul Hilberg, De vernietiging van de Europese Joden, drie lijvige delen;
Dr. Robert Rozett en dr. Shmuel Spector, Encyclopedie van de Holocaust, inderdaad een alfabetisch opgestelde encyclopedie met een aantal inleidende artikelen.
Elk van deze boeken bevat een uitputtende literatuurlijst en dan zijn er nog de vele, vele boeken, die niet dé geschiedenis beschrijven, maar bepaalde feiten of personen uitlichten. Kortom: is er al niet genoeg over dit onderwerp geschreven?
In de eerste plaats kun je antwoorden dat elk nieuw boek dat weer een andere visie geeft of de feiten in een nieuw daglicht plaatst, welkom is. De geschiedenis van de Jodenvervolging c.q –vernietiging is zo omvangrijk dat er altijd weer nieuwe titels met nieuwe invalshoeken zullen verschijnen. De verschrikking is daarbij toch ook zo groot dat dit je nooit meer los zou mogen laten!
Inderdaad is dit boek vanuit een andere invalshoek geschreven. Het is sociologisch van aard, wat in dit geval niet wil zeggen dat het een droog geschreven boek is. Integendeel. De vraagstelling van de auteur luidt: “Hoe zag de Europese Jood er in de jaren dertig uit? Of liever – nu het idee van een enkel nationaal, etnisch of religieus type, zoals destijds gebruikelijk, onhoudbaar is geworden – hoe zagen de Europese Joden er in de jaren dertig uit?” (p. 13). Het overige deel van de vraagstelling laat ik achterwege. Allereerst wordt min of meer een voorgeschiedenis gegeven, met o. a. een heel hoofdstuk over het “christelijke vraagstuk”. Dit vind ik wel een vondst van de auteur. Niet: het joodse vraagstuk, maar het christelijke. Aan de hand van auteurs en opvattingen die onder christenen leefden, zoals dia aangaande de “bloedschande”, wordt beschreven wat Hans Jansen indertijd in Christelijke theologie na Auschwitz al duidelijk heeft gemaakt, namelijk dat de anti-judaïstische opvattingen die in het christendom gangbaar waren, de antisemitische ramp die zich in Duitsland en de door de nazi’s bezette gebieden heeft voltrokken, hebben voorbereid. Overigens toont Léom Poliakov in De Arische mythe aan dat dit voor de gehele Europese cultuur geldt.
Terug naar Wasserstein. Bij lezing van zijn boek word het al snel duidelijk dat er over “het” Jodendom eigenlijk niet kan worden gesproken. Het Oost-Europese jodendom met zijn stetls op het platteland en jodenwijken in de grote steden zag er heel anders uit dan het West-Europese Jodendom. Wasserstein beschrijft verschillende bevolkingslagen, de intellectuelen, zoals auteurs, journalisten en hun periodieken. Zo komen ook andere Europese landen en steden ter sprake met alle bijzonderheden over de bevolking daar. Ook cultureel steken we zo heel wat op. Weet u bijvoorbeeld wat ‘loeftmentsjen’(Jiddisj) zijn? Als u hen op schilderijen van Chagall hebt gezien, vergeet u hen niet meer. De omschrijving van Lewis Namier, geciteerd in dit boek, luidt: “”iemand ‘zonder vaste grond onder [zijn] voeten, zonder opleiding of beroep, zonder geld of vaste bezigheden, iemand die vrij als een vogel door de lucht vliegt en ook bijna van de lucht lijkt te leven. Wasserstein gaat hier uitvoerig op in. Antisemieten ontleenden juist aan deze mensen veel argumenten voor hun opvattingen.
Ik beveel u dit vlot en helder geschreven boek van harte aan. Het verrijkt de kennis in een samenleving, die nu tot de historie behoort. Je kunt daar nooit genoeg over lezen. Ik weet dat er mensen onder ons leven die van mening zijn dat al die aandacht voor dit onderwerp niet meer van belang is op grond van de politiek van de staat Israël. Maar ik kan niet anders dan betogen dat deze kritiek nooit de Shoa, zoals de Holocaust in het Ivriet heet, met terugwerkende kracht kan rechtvaardigen, evenmin dat we op grond van die kritiek een terroristische groepering als Hamas kunnen accepteren. Zelf ben ik ambivalent, de kritiek is voor een deel terecht, maar is gebaseerd op selectieve berichtgeving in de media, zoals we die ten aanzien van andere conflicten in de wereld niet aantreffen. Maar daarover zwijg ik nu maar, het zou voor wat dit boek betreft te ver voeren.
Wim Kleisen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten