donderdag 8 augustus 2013



Het nieuwe Liedboek
In 1973 namen enkele kerkgenootschappen een nieuw gezangenboek in gebruik. Een commissie was daar jarenlang voor aan het werk geweest. De groep bestond uit een aantal bevlogen dichters, zoals Willem Barnard, Jan Wit, Jan Willem Schulte Nordholt, Ad den Besten en niet te vergeten Martinus Nijhoff tot aan zijn dood. Het boek bevatte verhoudingsgewijs veel door deze dichters geschreven liederen. Nu is een nieuw liedboek – geen gezangenboek meer!- uitgekomen, waarbij een heel andere werkwijze is gevolgd.
In de dertig jaren tussen toen en nu is er een soort creatieve explosie opgetreden. In tal van gemeentes ontstonden nieuwe liederen van bijvoorbeeld Huub Oosterhuis (die had al enkele liederen in het gezangenboek), Hanna Lam, Karel Deurloo en Sytze de Vries. Jammer dat juist nu het ledenaantal van de PKN en haar voorgangers in een vrije val is geraakt, 67.000 in 2012, er zo veel creatieve activiteit is ontplooid. Deze commissie had een redactionele taak: selecteren van geschikte liederen. Wat de criteria hiervoor waren, vermeldt het Voorwoord niet. Ik kom hier op terug.
De structuur van het liedboek doet aan het gezangenboek denken. Eerst alle 150 psalmen gelukkig(!), dan de liederen, geordend in thema’s. Het valt op dat de liederen niet alleen voor gebruik in de kerk, maar ook in huiselijke kring zijn geselecteerd. Maar in hoeveel gezinnen zouden er gezamenlijk nog religieuze liederen worden gezongen, al of niet in een moment van bezinning? Jammer dat de cursieve druk van de “korte noten” in de psalmen niet is gehandhaafd. Maar bij een flink aantal psalmen zijn er alternatieven geplaatst. Bij de populaire psalm 23 zijn dat er zes, waaronder de berijmingen van Ten Kate en Vondel. Jammer dat bij de laatste de melodie van Adriaan C. Schuurman is vervangen door die van Julius Röntgen. Ook niet slecht, maar voor mij spant Schuurman de kroon. Gelukkig wordt er nog wel verwezen naar Lied 766, dat wel op de melodie van Schuurman wordt gezongen. Er is uitvoerig geput uit de Vijftig psalmen van Oosterhuis en Huijbers. Daar ben ik blij mee. Minder gelukkig ben ik met de teksten uit de NBV. Een voorbeeld uit Psalm 4: “Velen zeggen: wie zal ons het goede doen zien?” (SV) is toch veel sterker dan “Velen zeggen: ‘Wie maakt ons gelukkig?’” (NBV).
De tweede afdeling is die van de Cantica, Bijbelliederen, dus vergelijkbaar met de Enige Gezangen uit het oude Gereformeerde Psalmboek. Het zijn er wel heel wat meer geworden. En nu kom ik op de thematische rubricering. Ook in de andere afdelingen vinden we dit type Bijbelliederen. En onder bijvoorbeeld de rubriek “Geloven” achterin vind je een aantal liederen die buiten de rubriek in het boek zijn geplaatst. Bij “Hervormingsdag” zijn drie liederen geplaatst, maar Luthers “Een vaste burcht…” staat onder “Geloven”. Luther schreef dit lied weliswaar, toen de islamieten voor de poorten van Wenen stonden, maar iedereen zingt het toch op Hervormingsdag. Onder de christelijke feestdagen staat ook de Bevrijdingsdag met één lied, het Wilhelmus. Dit hoort natuurlijk als gebed in dit boek, maar sinds wanneer is Bevrijdingsdag een christelijke feestdag?
Ik moet mij nu verder beperken tot een aantal opmerkingen, je kunt heel Kerk & Stad wel over dit Liedboek vol schrijven.
1                    Met de afdeling “De Eerste Dag” mogen we heel gelukkig zijn. Een onuitputtelijke bron voor liturgische vieringen!
2                    Volgens mij zijn uit de Evangelische Gezangen nog zeven liederen overgebleven: “Beveel gerust uw wegen…”, “Daar is uit ’s werelds duistre wolken”, “De Heer is mijn Herder”, “Een vaste burcht…”, “Hoe zal ik U ontvangen”, “Ontwaak, gij die slaapt…”, “Wat God doet, dat is welgedaan”. We hebben wel gevoel voor traditie!
3                    Het aantal Engelse hymnen is uitgebreid. Ik heb niet geturfd, maar ben bijzonder blij met “Er is een land van louter licht” , “Goede herder, als wij slapen” (All through the night, herinnert u zich de uitvoering door Aafje Heijnis?) en “Blijf mij nabij” (Abide with me). Hadden van die laatste twee nu ook niet de Engelse teksten kunnen worden geplaatst, zoals bij andere liederen soms wel gebeurt. Bij het laatste lied neem ik graag het kruis “voor mijn brekend oog” voor lief, al is de vorige versie met “verduist’rend” mooier. Een ander ziet je brekend oog, maar jij zelf zult zien dat het duister wordt.
4                    Over Engelse teksten gesproken: er staan spirituals in de bundel. Fijn! Wel met wat weinig strofen. Van de 17 van “Moses” zijn er maar vier geplaatst.
5                    En dan de criteria. Thuis genieten wij van de uitvoering door Rita Streich van “Der Mond ist aufgegangen”. Maar is dit nu een kerklied? Daarvoor is de religieuze lading voor mijn gevoel te zwak. Johannes de Heer is terecht niet opgenomen, maar liederen van hetzelfde gehalte als “Dank u voor deze nieuwe morgen” en “Abba, Vader” wel. Dan had Thank you for the Music” van ABBA ook wel geplaatst kunnen worden. Had de commissie die criteria niet kunnen toelichten?
6                    Ik heb niet geturfd, maar wel kan ik zeggen dat Willem Barnard, Ad den Besten, Huub Oosterhuis, Jan Willem Schulte Nordholt, Sytze de Vries en Jan Wit de top-zes vormen. Bij de componisten staan Christaan Winter, Willem Vogel en Bernard Huijbers bovenaan. Op de site van het nieuwe Liedboek kunt u de index downloaden, als u wel wilt tellen.
7                    Tot slot een punt van ongenoegen. “De Heer heeft mij gezien en onverwacht…” van Huub Oosterhuis is niet uit het Gezangboek overgenomen onder druk van feministische lieden die deze beeldspraak seksistisch vinden. Ze hebben geen benul van de lichamelijke uitdrukking van mystieke omgang met God, zoals die al bij zuster Hadewych voorkomt. Wie achter zo’n tekst een sexuele betekenis zoekt, heeft een dirty mind.
8                    Last but not least: origineel idee om gedichten op te nemen in dit Liedboek. Ook hier geldt natuurlijk dat het ene je meer aanspreekt dan het andere, maar zo’n tekst is goed om even je aandacht te bepalen.
Al met al kunnen we zeggen dat dit een rijk liedboek is, dat keus aan velen biedt. Haast te veel van het goede: de nummering gaat tot 1016, maar daarin zijn de vele parallelliederen niet meegeteld.
Wim Kleisen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten