Gerhard Vollmer, Auf der Suche nach der Ordnung
Vollmer
is natuurkundige en filosoof. Die Ordnung zoekt hij dan ook in de natuur, maar
ook in de filosofie. Hij is naturalist, d.w.z. dat hij geen mogelijkheid tot
transcendentie kan of wil aannemen. Hij schrijft haast
populair-wetenschappelijk, is weliswaar grondig, maar ook helder. Hij gaat
uitvoerig in op de vraag of er ordening in de chaos mogelijk is. In hoofdstuk 2
kadert hij het begrip naturalisme in. Hoofdstuk 3 is heel aardig, het begint
met de drie affronten voor de mensheid (Copernicus, Darwin en Freud, maar komt
dan met zes nieuwe affronten. Dat is eigenlijk een bewijs voor het feit dat de
wetenschap zo snel in korte tijd is gevorderd. Hoofdstuk 4 is een bespreking
van het holisme, dat hij scherp afwijst. Hoofdstuk 5 is misschien nog het
moeilijkste hoofdstuk en bespreekt de grenzen van de ervaring, om uiteindelijk
bij het antropische principe uit te komen. Hoofdstuk 6 is zeer interessant,
gaat over algorithmen, geheugen, computer, in hoeverre zij wel kunnen wat de
mens niet kan en andersom, bespreekt de Turingmachine en de these van Church.
Zeer interessant èn bevattelijk. In hoofdstuk 7 beschrijft hij de grondslagen
van zijn atheïsme en bespreekt hiervoor o.a. de godsbewijzen en zijn argumenten
om die af te wijzen. Mijn vriend Geurt gaf in Atomium aan bij zijn bespreking
van dit boek, dat Vollmer bedoelt: er zijn die en die feiten en dus ben ik
atheïst, maar dat hij eigenlijk beschrijft: ik ben atheïst en dus….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten