zaterdag 17 mei 2014

John Piper, Verlangen naar God. Overdenkingen van een christenhedonist



Ik kreeg een boek in handen gespeeld dat ik moest lezen. Nu is de combinatie christendom en hedonisme al vreemd: Aristippus van Cyrene beschouwde het lustgevoel als het hoogste goed voor de mens. In het hedonisme wordt het zinnelijk genot als richtsnoer voor het handelen genomen. Dat is dus een puur aardse beleving. Piper draait het paganistische begrip hedonisme volledig om en maakt er een christelijk principe van. Het doel van de dienst aan God en mens is te genieten van deze dienst. Daarmee wordt het belangeloze principe van God dienen aardig in het nauw gebracht. Vooral als de auteur het over I Kor. 13 heeft, krijgt hij problemen. Hij moet al zijn redeneervermogens gebruiken om uit de problemen te komen en toch “De liefde zoekt zichzelf niet” in zijn straatje te passen. Hij is volop orthodox dogmatisch. Nu heb ik daar op zichzelf niets op tegen, maar deze man weet alles zo goed. Zelfs op de vraag naar het kwaad in de wereld draait hij een antwoord uit zijn retorische molen. Het lijkt wel, alsof de Bijbel geschreven is om hem van argumenten te voorzien, elke bladzijde wemelt van de bijbelteksten die hij gebruikt om zijn gelijk te halen. Van de theologische wetenschap maakt hij geen gebruik. Hij haalt auteurs aan, die ik geen van allen ken, op C.S. Lewis na. Vooral ene Jonathan Edwards heeft een geweldige indruk op hem gemaakt. De spreuk die hij enkele keren afdrukt, geeft zijn kernthema weer: Het hoogste doel van de mens is God verheerlijken door eeuwig van hem te genieten.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten