Dekker,
Willem Maarten, Provocatie. Over de zin
van God en geloof
Uitg.
Groen, € 14,95
Hoe
verwoord je het oude reformatorische geloof in moderne bewoordingen? Hoe moeten
we omgaan met de schijnbaar verloren positie van de kerk in onze dagen en met
de uit beeld verdwenen God van joden- en christendom? Die vragen moeten de
auteur voor ogen hebben gestaan bij het schrijven van dit boek.
Provocatie bestaat – afgezien van een
voorwoord – uit dertien essays die een hecht samenhangend geheel vormen. De
auteur stelt voorop dat hij verkondigende theologie bedrijft. Voor mijn gevoel
had dit verkondigende karakter hier en daar wel wat minder gekund, het had op
mij een wat vermoeiend effect. Maar dat dit een interessant boek is staat
buiten kijf. De titel berust op zijn mening dat God in het geloof geprovoceerd
moet worden, omdat er anders geen vuur uit de hemel komt. Het verhaal van Elia
op de Karmel wordt zo ook duidelijk aan de orde gesteld.
Dekker
heeft zijn boek in twee delen verdeeld. Het eerste deel heeft ‘geloof’ als
thema, het tweede ‘God’. in het eerste deel heeft hij Bijbelse verhalen als
uitgangspunt genomen, van de binding van Isaäk via bijvoorbeeld de uitstorting
van de Heilige Geest en Paulus’ opvattingen tot en met Jacobs worsteling met
God aan de Jabbok. Hij komt in de exegese van het eerste verhaal uit op grond
van de tegenstrijdige handelingen van God op de formulering: “Als het zover
komt, gaat God de grens van de waanzin over.” Die opvatting vertoont
overeenkomst met die van Kierkegaard, die de sprong in de absurditeit van het
geloof centraal stelt (zie Kerk & Stad, februari 2012). Hij gebruikt zelfs
het door de Deense filosoof geijkte begrip ‘vrees en beven’ . Bijzonder is het
te lezen hoe Dekker vanuit dit gegeven terugvalt op zijn orthodoxe opvattingen:
Abraham heeft zijn toekomst opgegeven, heeft afstand gedaan van zijn verleden
en zijn toekomst. Daarop volgt: “… een vernieuwde belofte van zegen, van
toekomst.” Met het slot komen we dan op
het spoor van het reformatorische geloof uit: “Zo is Abraham ten volle geworden
wie hij moet zijn: de vader van de gelovigen. Geloven is niet alleen maar vrees
en beven voor een afgrondelijke stem. Maar het is ook niet alleen maar de
zekerheid dat er een God is Die zorgt. Het is de bevende zekerheid dat, ook
wanneer God alles van ons afneemt, Hij zelf bij ons blijft. Het is de bevende
zekerheid dat, ook wanneer wij onze toekomst moeten prijsgeven, de God van de
toekomst bij ons blijft.” Vreemd
eigenlijk dat Dekker in dit kader het boek Job onbehandeld laat.
De kerk
komt vaak aan bod. Hij vergelijkt de positie in onze tijd met die van Israël
rondom de Babylonische ballingschap. Toch mogen we volgens Dekker de kerk zeker
niet opgeven. Van spiritualiteit en New Age wil Dekker niets weten: die zijn te
vaag en abstract in hun begripsvorming.
Ook het
tweede – over God - deel bevat prikkelende beelden, zoals de’bekering van God’.
Ook hier buigt het betoog terug in het reformatorische geloof: God als persoon,
het offer op Golgotha, de godverlatenheid, zoals Jezus die verwoordt. Het lam
draagt de hele wereld op zijn schouders, aldus Dekker. “Als je bij de heuvel
van Golgotha geweest bent, zeg je: ‘Nu weet ik het zeker, ook de laatste vijand
zal verliezen.’ Dat is geloven in de kracht van God”.
Met dit
alles is natuurlijk niets mis. Het is juist belangwekkend hoe een
reformatorisch theoloog – Dekker is predikant in de Hervormde gemeente van
Mastenbroek en geassocieerd onderzoeker bij de Protestantse Theologische
Unversiteit – probeert om geloof, God en de kerk overeind te houden in onze
geseculariseerde wereld.
Wim
Kleisen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten