maandag 27 mei 2013



Tjarko Evenboer, De wereldwijde vloed. Uitg. Gideon, Hoornaar. € 19,95
Heeft u wel eens geprobeerd uit te rekenen hoeveel liter water er nodig zou zijn geweest voor een wereldwijde vloed, waarbij de bergtoppen door het water werden overspoeld? De oppervlakte van de aarde bedraagt ongeveer 150.000.000 km. Het water overspoelde de bergen, dus zelfs de Himalaya was niet meer te zien. De Mount Everest is ongeveer 8500 meter hoog, dus het water zou nog iets hoger hebben gestaan. Dat houdt in dat er boven de 150 miljoen vierkante kilometers van het aardoppervlak het gigantische aantal van 1.282.500.000.000 kubieke meter water stond. Doe er voor liters dan nog maar eens drie nullen bij. Waarom al dit gereken in een kerkblad?
De auteur, Tjarko Evenboer, gelooft inderdaad dat de die keer niet zo liefdevolle God de wereldbewoners heeft gestraft met een wereldwijde vloed. Vandaar de titel van zijn boek. Hij vraagt zich niet af of dit natuurkundig mogelijk is, het is voor hem een vaststaand gegeven. U begrijpt het: hij neemt de verhalen uit Genesis aan als historisch en natuurkundig waar gebeurd. Hij wil dit niet met natuurkundige bewijzen staven, maar met zijn kennis van de mythen uit de wereldculturen. Zijn literatuurlijst is dan ook omvangrijk. Die mythen hebben veel verwante motieven. Dat is voor hem het bewijs dat de zondvloed een vaststaand feit is geweest. Hij bedrijft dus geen wetenschap op basis van gestelde vragen,zoals het zou moeten, maar vanuit een voor hem zeker paradigma. Hij onderzoekt dan ook geen andere mogelijke verklaringen voor die verwante motieven. Hij noemt wel Jung’s theorie van het collectief onbewuste – zonder overigens diens naam te vermelden -, maar maakt die volledig ondergeschikt aan zijn geloof: de volken hebben zich met de herinnering aan de zondvloed na de spraakverwarring in Babel over de aarde verspreid en dragen zo de herinneringen aan de vloed met zich mee.
Zo behandelt hij ook de scheppingsverhalen. Heeft nooit een wat minder gelovige jongen uit zijn buurt hem gevraagd waar de zonen van Adam toch wel hun vrouwen vonden? Mij overkwam dat wel. Ik had er als Christelijk Gereformeerd domineeszoontje nog nooit over nagedacht. En hoe kon Mozes trouwens Genesis hebben kunnen schrijven zonder over concrete gegevens te beschikken? Dat is heel eenvoudig, vindt Evenboer. Adam kon al schrijven en heeft zijn wederwaardigheden op een kleitablet vastgelegd. Zo ook zijn in de Bijbel vastgelegde nakomelingen. Natuurlijk kreeg Mozes die tabletten in handen en zo kon hij mooi Genesis schrijven.
Dan wordt het echt boeiend. Hij beschrijft de boven al genoemde verspreiding van de wereldbevolking. Hij weet precies van welk Bijbels volk of Israëlitische stam welk volk afstamt. Daarvoor gebruikt hij o.a. niet altijd gedegen etymologische argumenten. Bij het lezen vroeg ik me af of hij ook genetische gegevens gebruikt heeft. Alleen voor de oorspronkelijke Amerikaanse bevolking doet hij dit. Maar of de Deense koning Dan I echt afkomstig is van de stam Dan onderbouwt hij niet op die manier. Dan zou er toch grote overeenkomst moeten bestaan tussen de genen van de huidige Denen en de Joden.  Hij verklaart de verschillen in uiterlijke raciale verschillen ook niet handig. Dat Kus wat donkerder zou zijn geweest dan zijn directe familieleden kun je toch met goed fatsoen niet als oorzaak van de donkere kleur van de bevolking van Afrika benoemen.
Evenboer heeft ook zo zijn vooroordelen. De vrijmetselarij rekent hij tot de occulte groeperingen. Want het alziend oog van Horus is een belangrijk symbool voor hen. Hij vergeet hierbij dat het alziend oog ook een christelijk symbool is. Ik las in mijn jonge jaren De Witte van Ernest Claes. In de huiskamer van zijn katholieke Vlaamse gezin hangt dit oog. Als hij gevloekt heeft, moet hij met zijn knieën in zijn klompen zittend de rozenkrans bidden. Later vloekt zijn vader en als hij hier iets van zegt, krijgt hij  nog een paar klappen ook. In de mooie Psalm 139 en in Spr. 15:3 staat duidelijk dat God alles ziet. Het Alziend Oog is dan ook sterk vertegenwoordigd in de christelijke iconografie: het stelt de alomtegenwoordigheid van God en van de Drievuldigheid (driehoek) voor. Het alziend oog is niet alleen ‘alziend’, maar ook onverbiddelijk (zonder wenkbrauw).
Evenboer bedrijft geen wetenschap, maar inlegkunde. Daardoor is het boek af en toe wel vermakelijk. Eigenlijk jammer van al dat materiaal dat hij bij elkaar heeft gezocht.
Wim Kleisen



Geen opmerkingen:

Een reactie posten