vrijdag 3 januari 2014



Gerard Aalders, Gevecht met de tijd, Uitg. Aspect, 2013, € 18,95

Hoe oud is de aarde? Die vraag heeft wetenschappers in alle tijden bezig gehouden. Althans, voor zo ver zij niet uitgingen van een cyclisch verloop: opkomst, groei naar hoogtepunt, ondergang en nieuw begin. Dit hield in dat alleen het jodendom in de oudheid een begin van de wereld als zekerheid aannam, een begin duidelijk als initiatief van God, de Schepper van hemel en aarde. De nog steeds gehanteerde joodse jaartelling getuigt hiervan: we leven nu in 5774 na het begin van de wereld.
In de christelijke wereld van de zestiende eeuw geloofde men heilig in de historiciteit van de Bijbel. De vraag naar de ouderdom van de aarde werd op die grond door James Ussher, bisschop van Armanagh in Ierland, na een studie van jaren, die inhield dat hij vele, vooral Bijbelse, manuscripten bestudeerde, ‘definitief’ vastgesteld: God begon zijn scheppingswerk op zondag 22 oktober van het jaar 4004 v. Chr. De wereld zou nu dus 6017 jaren oud zijn.
Maar definitief was die conclusie toch niet. De astronomen Copernicus, Brahe, Galileï en Kepler kwamen tot de conclusie dat de aarde niet de centrale plaats in het heelal innam, die theologen haar hadden gegeven. Dit was de eerste schok die de wetenschap het christelijk geloof toebracht. De twijfel aan het gebeuren van een wereldwijde zondvloed kwam op: waar kwam al dat water vandaan?
Gerard Aalders geeft in dit boek een boeiende beschrijving van de wetenschappers die zich richtten op de leeftijd van de aarde en de kosmos. Moeilijke zaken kan hij eenvoudig beschrijven zonder al te veel te simpliciferen. Ik kwam veel te weten wat ik nog niet wist. Terwijl Ussher studeerde en met zijn resultaten kwam, stuurde het Vaticaan ene Martini naar China om de Chinezen te bekeren. Dat lukte van geen kant, Martini begon integendeel te twijfelen: hij bestudeerde de kronieken van de keizers, die teruggingen tot de tijd voor het jaar waarin de zondvloed zou hebben plaatsgevonden. Maar een dergelijke overstroming kwam in die kronieken niet voor.
U moet natuurlijk zelf het boek lezen, wil u alle ontwikkelingen te weten komen. Ik kan alleen maar een paar gegevens er uitlichten. Zo het feit dat John Webb vaststelde dat God Chinees had gesproken op grond van de ouderdom van de Chinese cultuur en de door hem vermeende overeenkomsten tussen de Chinese en Hebreeuwse lettertekens. Isaac Newton hield zich ook al met de Bijbelse chronologie bezig en ontdekte een aantal tegenstrijdigheden.
Pas de geologen kwamen echt met bewijzen dat de Bijbelse historiciteit niet klopte. De aardlagen met de fossielen gaven een heel ander beeld. Pas na 1800 breken wetenschappers dan met het geloof in de historiciteit van de Bijbel. Pogingen om de tijdsduur van dagen voor de Bijbelse beschrijvingen te verlengen, zetten niet veel zoden aan de dijk. Het werd een dijkdoorbraak zonder meer. De wiskundige Laplace schijnt al eens tegen Napoleon te hebben gezegd dat hij buiten de hypothese ‘God’ kon. Charles Lyell breekt in dezelfde eeuw met het geloof in een goddelijke interventie in de natuurwetten. Toen waren ook biologen in navolging van Darwin al actief in het denken over de leeftijd van de aarde. Lord Kelvin bestreed Lyell op grond van zijn opvattingen over thermodynamica, maar kwam uiteindelijk toch ook met een onbijbelse conclusie: de aarde zou 20 miljoen jaar geleden vaste vorm hebben gekregen. Maar Ernest Rutherford haalde die schatting al tijdens Kelvins leven overhoop op grond van zijn studie van röntgenstraling. Hij kwam uit op 5oo miljoen jaar. De radiometrie, metingen op grond van een radio-actieve straling volgde al snel en de schattingen werden steeds hoger. Boltwood kwam met 2,2 miljard jaar, Holmes met 1,3 – 3 miljard jaar. Rutherford’s schatting bedroeg in tweede instantie 3,4 miljard jaar, die van Patterson zelfs 4,55 miljard jaar en in 1956 corrigeerde Holmes dit weer naar 3,45 jaar. Dat getal wordt nu nog aangehouden, al las ik laatst een getal van 3,75 jaar. Ach, wat meer of minder…
Aalders besteedt tot slot aandacht aan de opvattingen van creationisten – in Amerika heel sterk vertegenwoordigd – en aanhangers van Intelligent Design. Interessant hoe deze mensen zich blijven vastklampen aan een letterlijke opvatting van de Bijbel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten